Wil je graag zelf graszoden leggen, maar weet je niet zeker hoe je dit moet aanpakken? Onderstaande stappenplan zal je helpen om veelvoorkomende fouten te vermijden en je laten zien hoe graszoden leggen in zijn werk gaat. Hiermee zorg je er zeker voor dat jouw gazon groener zal zijn dan dat van je buren. Zelf graszoden leggen is wellicht eenvoudiger dan je denkt.
Voordat je graszoden aanschaft, is het van groot belang om alle nodige voorbereidingen al te hebben verricht. Een grasrol is namelijk een natuurproduct welke maar beperkt houdbaar is. Je kunt graszoden hooguit twee dagen opgerold bewaren. Grasrollen leggen doe je in zeven eenvoudige stappen. Bekijk ze een voor een hieronder.
Benodigde gereedschappen, materialen & tijd
Gereedschappen
- Kruiwagen
- Schop
- Hark
- Plank of waterpas
- Kantensteker of gekarteld mes
- Rolmaat
- Emmer
- Tuinslang
- Sproeier
- Graszodensnijder (optioneel)
- Tuinfrees (optioneel)
- Tuinwals (optioneel)
Materialen
- Teelaarde
- Bodemverbeteraar
- Aanlegmest
- Graszoden
Tijd
- 5 – 15 minuten per m2
Instructievideo (2:27 min)
Zelf graszoden leggen stappenplan
Wil je een nieuw gazon gaan aanleggen? Dan mag je stap 1 overslaan. Navigeer via onderstaande links direct naar het onderwerp waar je meer over wilt weten:
1. Oude gazon verwijderen
Wanneer je een oude grasmat wilt gaan vervangen sta je voor verschillende keuzes bij het uitvoeren van het grondwerk. Zo kun je de bestaande grasmat omspitten, kapot frezen of volledig afsteken.
Een oude grasmat direct omspitten of kapot frezen is de snelste optie, maar kent zo zijn nadelen. De oude stukjes gras zullen namelijk in de bodem langzaam gaan verteren en daardoor kleiner worden. Dit kan leiden tot verzakkingen van de toplaag.
Om het risico op verzakkingen te voorkomen kun je een oude grasmat het beste volledige afsteken. In een kleine tuin doe je dit het snelst met een schop. Bij grotere tuinen is het makkelijk om een minikraan of speciale graszodensnijder te huren. Na het afsteken van het gazon voer je alle grasresten af en zorg je voor een ondergrond die zo homogeen mogelijk is. Een schone ondergrond is tijdens de vervolgens stappen het meest makkelijk te bewerken en egaliseren.
Wanneer je geen haast hebt bij het vervangen van je gazon, kun het twee weken van tevoren nog verdelgen met een product zoals Round-Up. Hierdoor zullen alle grassen en onkruiden afsterven en wat van hun wortelsterkte verliezen. Dit maakt het afsteken van het oude gazon een stukje lichter.
Wees er van bewust dat een product zoals Round-Up, of vergelijkbare varianten met daarin de werkzame stof “Glyfosaat”, enkel groeiende onkruiden en grassen verdelgt. Het heeft geen effect op mos. Ook kiemkrachtige onkruidzaden in de bodem worden niet bestreden.
2. Bodemverbetering
De bodem vormt de basis voor de toekomstige prestaties van je gazon. Wanneer grond braak ligt, is dat het perfecte moment om aan die basis te werken. In een latere fase, wanneer het gras er eenmaal groeit, wordt dit aanzienlijk moeilijker en daardoor ook vaak duurder.
Een gazon wat al jaren geen aandacht meer heeft gehad, is over het algemeen arm aan voeding. Dit geldt meestal ook voor grond die is aangebracht in nieuwbouwwijken. Het gebruik van een een bodemverbeteraar is daarom altijd een verstandige keuze.
Een goede bodemverbeteraar bevat schimmels en bacteriën die het bodemleven stimuleren. Een ander voordeel is dat een bodemverbeteraar ook direct het organisch stofgehalte verhoogt. Beide voordelen bevorderen een gemakkelijke en gezonde groei van gras.
Bij de aanleg van grote gazons kun je bijvoorbeeld een dunne laag tuinaarde of compost over de toplaag verspreiden. In een klein tuin kan is een handzame zak met DCM Vivimus Universeel het meest eenvoudig.
3. Ondergrond bewerken
Om er zeker van te zijn dat de graszoden diep kunnen wortelen mag de ondergrond niet te compact of verdicht zijn. De grond losbreken, ofwel luchtig maken, doe je door deze 1 of 2 spades diep om te spitten.
Wanneer je vooraf een bodemverbeteraar het gestrooid, meng deze dan gelijktijdig en egaal door de bovenste 20 – 30 cm van de bodem heen. In een kleine tuin gaat dit makkelijk en snel met een schop. Bij de aanleg van een wat grotere tuin kun beter een tuinfrees huren.
Het belangrijkste aandachtspunt tijdens deze stap is dat je de werkzaamheden absoluut niet uitvoert tijdens hevige regenval. Het bewerken van (te) natte grond veroorzaakt namelijk direct structuurbederf, wat op korte termijn weer negatieve invloed heeft op de groei van gras.
4. Ondergrond aandrukken
Nadat je de grond hebt losgebroken, en daardoor luchtig gemaakt, moet deze met beleid weer worden aangedrukt. Dit is wellicht de meest uitdagende klus tijdens het leggen van grasmatten. Maak je de ondergrond namelijk veel te hard, dan kan het gras onmogelijk wortelen en dus nooit goed groeien. Houd je de ondergrond te zacht, dan kan deze na verloop van tijd ongelijkmatig gaan bijzakken.
Bij de aanleg van een klein gazon verdicht je de ondergrond het beste door deze met je hakken diep, hard en veelvuldig aan te stampen. Bij grotere gazons kun je de ondergrond het gemakkelijkst aandrukken met de wielen van bijvoorbeeld een zitmaaier of tuinfrees.
De ondergrond aandrukken met een alleen een tuinwals is niet voldoende. Deze drukt de ondergrond visueel gezien wel aan, maar verdicht diepere lagen absoluut niet goed genoeg. Een gazonwals komt later in het stappenplan echter nog wel van pas.
5. Ondergrond egaliseren
Na het aandrukken ziet de ondergrond er waarschijnlijk ruw en oneffen uit. Om de boel opnieuw helemaal strak te krijgen start je met behulp van een smalle hark aan een eerste grove egalisatie. Vervolgens druk of trap je ondergrond daar waar nodig nog eens extra aan.
Wanneer de grond grofweg op de juiste hoogte ligt kun je preciezer gaan egaliseren met een brede hark, plank of waterpas. Strijk overtollige grond naar de plekken waar er tekort is, en blijft dit herhalen totdat je tevreden bent met het resultaat. De beste manier om eventuele hobbels en kuilen te ontdekken is door op je knieën te werken.
Uiteindelijk dient de ondergrond 1,5 centimer lager te komen liggen dan de bestrating. Zorg er tot slot voor dat je tijdens het egaliseren de ondergrond schuin af laat lopen naar een sloot of border. Houdt ongeveer 1 cm afschot per strekkende meter aan. Zo voorkom je dat er bij een hevige stortbui water naar je terras of huis toe stroomt.
6. Aanlegmest strooien
Voor je start met het leggen van de grasrollen is het verstandig om speciale aanlegmest te strooien. Goede aanlegmest bevat extra Fosfor (P) wat ervoor zorgt dat de grasmatten dieper wortelen en vooral snel vastgroeien.
Des te sneller het gras diep en stevig geworteld is, des te minder gevoelig is het voor uitdroging. Een startbemesting zorgt er dus voor dat je minder problemen hebt met geel gras wat niet wil hechten of dood gaat door uitdroging. Het voorkomt vaak dubbel werk.
Tot slot; aanlegmest mag niet verward worden met een bodemverbeteraar, bemeste tuinaarde of compost. Deze zorgen voor een gezonde voedingsbodem op de lange termijn, terwijl aanlegmest echt specifiek gericht is op snelle opname en daardoor ook snelle inworteling.
7. Grasmatten leggen
Begin met het leggen van de grasrollen langs een rechte lijn. Bijvoorbeeld een border of een stoeprand. Geen rechte lijn aanwezig in je tuin? Span dan een touwtje tussen twee paaltjes. Werk van achter naar voor en loop tijdens het leggen zo min mogelijk over het gras.
Zorg ervoor dat de zowel de lange zijden als de korte uiteinden strak tegen elkaar komen te liggen. Snijd de grasmatten op maat met een kantensteker of een gekarteld mes en leg het overgebleven stuk in de volgende baan. Hierdoor ontstaat vanzelf een stevig halfsteensverband.
De wortels van de grasmat dienen na het leggen goed in contact te worden gebracht met de ondergrond. Dit doe je door de graszoden aan te kloppen met een platte schop, aan te trappen met behulp van een plank, of door ze aan te rollen met een tuinwals. Tot slot; hark wat aarde tegen de buitenkant van het gazon om uitdroging van de randen te voorkomen.
Nazorg
Geef na het leggen direct water. Afhankelijk van het weer is het de eerste dagen na aanleg iedere dag meermaals nodig om water te blijven geven. Zorg ervoor dat de graszoden volledig doordrenkt raken en de ondergrond goed vochtig blijft. Controleer dit regelmatig door een hoekje van het gras op te tillen.
Zodra de graszoden na 10 tot 14 dagen zijn vastgegroeid kun je langzaam gaan minderen. Sproei bij erg zonnig weer niet alleen ’s ochtends of ’s avonds maar ook overdag. Er is hierbij geen kans op verbranding. Het biedt het gras juist een verkoelend effect.
Blijf de eerste twee weken nog zo veel mogelijk van het gazon af. Het verzetten van de sproeier mag natuurlijk wel. Let wel op dat je vooraf het water goed door laat zakken en geen gaten trapt in je nieuwe gazon.
Veelgestelde vragen
De beste periode om graszoden te leggen is van half april tot begin juni of van half augustus tot begin oktober. Graszoden leggen kan in principe het hele jaar door. Zolang de ondergrond maar niet bevroren of modderig is.
De beste ondergrond voor graszoden is 30 – 40 cm zwarte grond (teelaarde), welke is verrijkt met een bodemverbeteraar, vervolgens 20 cm diep is om gespit, voorzichtig weer aangedrukt en perfect vlak gemaakt.
De ondergrond voor graszoden moet 1,5 cm lager komen te liggen dan de bestrating. Een graszode is namelijk 1 tot 1,5 cm dik.
Opgerold heeft een grasrol een doorsnee van circa 30 cm. Een uitgerolde grasrol is 40 cm breed en 250 cm lang. Dit komt overeen met één vierkante meter per stuk.
Afhankelijk van de weersomstandigheden tijdens het oogsten weegt een grasrol 15 – 10 kg per vierkante meter. Oftewel per stuk.